afb. 1935
Vorig jaar oktober vierde ’s-Hertogenbosch zijn vijfenzeventigjarig bevrijdingsjubileum. Ter gelegenheid hiervan verscheen bij Aldus Uitgevers een uitgave over het leven en werken van Simon Spiero. De presentatie ervan vond plaats op 24 oktober in de Nieuwe Raadszaal van het Bestuurscentrum. Bij deze publicatie hoort een CD, waarop vier marsen van Spiero worden uitgevoerd door de Koninklijke Harmonie ’s-Hertogenbosch, onder leiding van de dirigent Sjef Ipskamp. Bovendien is gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit een fotoalbum van de familie Spiero. Dat heeft Fiet van Coevorden-Spiero (1924), de jongste dochter van Spiero, overgedragen aan de Afdeling Erfgoed ’s-Hertogenbosch. Simon Spiero werd op 4 april 1884 in Den Haag geboren en overleed op 25 april 1961 in Den Bosch. Hij was muzikant in hart en nieren. Na zijn opleiding aan het Haags conservatorium, verhuisde hij op achttienjarige leeftijd naar ’s-Hertogenbosch. Hij speelde bij het korps van de schutterij en kreeg later een aanstelling als (solo)trombonist bij het Bossche Stedelijk Orkest. In 1906 trouwde Spiero met Mathilda van Blijdensteijn; het echtpaar kreeg negen kinderen. Muzikale spilHet gezin woonde aanvankelijk in de Kerkstraat 19. Daar opende Mathilda direct na haar huwelijk een winkel in muziekinstrumenten en bladmuziek. In 1921 hield het Bossche Stedelijk Orkest op te bestaan. Spiero, die ook viool en piano speelde, werd docent aan de Gemeentelijke Muziekschool aan de Wolvenhoek. Tevens was hij dirigent van muziekkorpsen in dorpen in de omgeving van Den Bosch. Hij was directeur van het Katholiek Congregatiecorps te Herpt, behaalde met fanfarecorps Wilhelmina te Veen ere- en eerste prijzen. Met zijn marsen en walsen en als lid van het Genootschap Nederlandse Componisten was Spiero de spil van het muziekleven in ’s-Hertogenbosch en omgeving. Ook speelde hij een belangrijke rol in het Oeteldonkse carnaval.Tijdens het interbellumIn het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw bestond de joodse gemeenschap in ’s-Hertogenbosch en omgeving, volgens gegevens van het Joods Historisch Museum, uit 388 leden. Het gezin Spiero leefde zoals de meeste ruim honderd joodse gezinnen die de stad voor de oorlog telde. Er waren er die het financieel beter hadden, maar ook veel die het slechter hadden. Zoals er ook gezinnen waren die zich meer, of juist minder gelegen lieten aan het Jodendom.Tweede WereldoorlogNa het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kreeg de muziekwinkel, zoals alle joodse bedrijven, al snel een door de Duitsers aangestelde Verwalter. In januari 1941 verplichtte de Duitse bezetter alle Bossche joden en Bosschenaren met minstens één joodse grootouder zich te laten registreren. Aan dat bevel gaven 465 Bosschenaren gehoor. Van deze groep overleefden 293 personen de Holocaust niet. Ter nagedachtenis aan deze vermoorde joodse stadgenoten, werd op 27 oktober 2016 aan De Mortel het Joods (oorlogs)monument onthuld.De meeste gezinsleden Spiero slaagden erin om een onderduikadres te vinden, onder andere in Boxtel en Sprang-Capelle. Toen hij onderdook had Spiero al staar. Behandeling was in zijn situatie onmogelijk en zijn gezichtsvermogen ging steeds verder achteruit. Toch slaagde hij er in om de mars Am Yisraeel Chaj (opus 74, 1937) te componeren. Net als - tijdens zijn onderduik - de Bevrijdingsmars (opus 82, 1942), de Onderduikersmars (opus 88, 1943), en de mars Leve Nederland (opus 89, 1943). Volledig blindNa de bevrijding keerde een handjevol Joodse Bosschenaren terug naar de stad. Ook Simon Spiero kwam, nu volledig blind, terug in Den Bosch. Daar vernam hij dat een zoon en diens vrouw in de onderduik waren verraden en omgebracht. En ook dat een dochter en haar man, halverwege hun vlucht naar Zwitserland, waren opgepakt en in Auschwitz waren omgebracht. Na de bevrijding werd de muziekwinkel in de Kerkstraat heropend. De winkel bleef nog jarenlang, tot 1992, een legendarisch muzikaal trefpunt in de stad. Dochter Gientje Spiero had inmiddels de muziekwinkel van haar ouders overgenomen. Tot zijn dood in 1961 liep Simon Spiero er elke dag heen, met zijn blindenstok, vanuit zijn woning aan de Verwersstraat nummer 60.Het archief van de familie en muziekhandel Spiero - inclusief muziekstukken en composities - is te raadplegen in het Stadsarchief. | 56 |
Bronnen | |
• | bossche-encyclopedie.nl |
• | Max Cahen, Joden van ’s-Hertogenbosch in mijn jeugd, 1920-1940 ('s-Hertogenbosch 1979) |
• | Ed Hupkens, 'Joods Monument Den Bosch onthuld' in Bossche Kringen 1 (2017) |
• | joodsmonumentdenbosch.nl |
• | Truus Wertheim-Cahen, In vrede en vriendschap ('s-Hertogenbosch 2014) |
2020 |
Ed HupkensSimon Spiero: muziek was zijn lust en leven
Bossche Kringen 1 (2020) 56-57
|
Max Cahen, Joden van 's Hertogenbosch in mijn jeugd, 1920-1940, in anecdotische beschrijving : Een wandeling langs hun woningen (1979) 26
G. Keller, Geïllustreerd Muzieklexicon 21 (1921) 336
J. Michman e.a., Pinkas : Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland (1992) 425
Nieuw Israelietisch Weekblad 52 (1951) 3
Nieuw Israelietisch Weekblad 35 (1961)
Officieel orgaan van de Joodsche Invalide 2 (1932) 13
Marc Verbeek, 'De Bevrijdingsmars' in: inbrabant 1 (2020) 70-71
Truus Wertheim-Cahen e.a., In vrede en vriendschap (2014) 64-65